Diagnostische fouten door verkeerde definitie van ‘abductie’ in de NHG-Standaard Schouderklachten

Samenvatting

Mens JMA, De Wolf AN. Diagnostische fouten door verkeerde definitie van ‘abductie’ in de NHG-Standaard Schouderklachten. Huisarts Wet 2010;53(7):438-40.

In de huisartsenpraktijk lijkt het subscromiale syndroom veel vaker voor te komen dan in de orthopedische praktijken van de auteurs. Bovendien kan deze diagnose, gesteld in de eerste lijn, vaak niet worden bevestigd in de tweede lijn. Een oorzaak hiervan ligt mogelijk in de manier waarop volgens de NHG-Standaard Schouderklachten de abductie moet worden uitgevoerd. De auteurs beargumenteren dat een aandoening in het acromioclaviculaire of sternoclaviculaire gewricht met de gehanteerde definitie vrijwel nooit zal worden gevonden. Een correcte diagnose is echter van belang als injecties met cortocosteroïden worden gegeven. De auteurs stellen dan ook voor de standaard te wijzigen, in die zin dat de abductie op een andere manier wordt uitgevoerd.

Abstract

Mens JMA, De Wolf AN. Diagnostic errors due to the wrong definition of ‘abduction’ given in the Dutch College of General Practitioners (NHG) guideline ‘Shoulder symptoms’. Huisarts Wet 2010;53(8):438-40.

Subacromial syndrome seems to be a more common diagnosis in general practice than in the authors’ orthopaedic practice. Moreover, a first-line diagnosis of this syndrome is often not confirmed in the second line. A possible cause for this discrepancy is a difference in the manner in which abduction is performed according to the NHG guideline ‘Shoulder symptoms’. The authors argue that a disorder of the acromioclavicular or sternoclavicular joint will not be detected with the current definition. Yet a correct diagnosis is important if corticosteroid injections are to be given. The authors suggest that the guideline be changed, so that abduction is performed in a different manner.